Hoe lang duurt rouw?
Hoe lang duurt rouw?
Het is een vraag die mensen vaak stellen, aan zichzelf en aan elkaar. Maar rouw kent geen eindpunt. Geen vaste route. In deze blog lees je waarom rouw geen deadline heeft, hoe het meebeweegt in het leven, en waarom het juist daarin menselijk en waardevol is.
Gaat rouw ooit over? Hoe lang duurt rouw écht?
“Mensen vragen het me vaak: Hoe lang duurt rouw eigenlijk, het duurt nu al zo lang, gaat het ooit over?” Of ze krijgen die vraag zélf, vaak te achteloos: “Heb je het al een plekje kunnen geven?”
Maar rouw is niet iets dat je ooit af kunt vinken, het is geen project waar een deadline op zit en je je weer kunt verdiepen in het volgende.
Rouw is geen hoofdstuk.
Het is een taal die je moet leren spreken.
Een ritme dat je adem verstoort.
Een aanwezigheid in alles wat er niet meer is. Soms oorverdovend in de stilte.
De mythe van ‘na een jaar is het wel klaar’
Nog altijd leeft het idee dat rouw na een jaar wel uitgeraasd moet zijn.
Alsof er een magische grens is waarna het leven weer ‘normaal’ moet zijn.
Maar rouw houdt zich niet aan kalenders of seizoenen.
Rouw is koppig.
Grillig.
Altijd op zijn eigen voorwaarden.
Rouw nestelt zich. In de schemering van prachtige zomerdagen.
In de geur van iemands trui die nog ergens hangt.
In de stilte achter een deur die nooit meer opengaat. In de bekende voetstappen die je nooit meer zal horen. In de blik vol liefde, die je nooit meer zult zien.
Hoe lang duurt rouw?
Die vraag is onmogelijk.
Soms lijkt het leven weer op gang te komen. Je lacht. Je kijkt weer vooruit, maakt plannen voor je toekomst. Je voelt zelfs een soort geluk. En dan… BOEM.
Een liedje. Een opmerking. Een foto die je onverwacht tegenkomt.
En je ligt weer onderuit.
Niet omdat je terug bij af bent.
Maar omdat rouw geen rechte lijn is.
Het is een spiraal.
Een golfslag.
Een echo.
Soms denk je dat het lichter is geworden en dat ís ook zo.
Totdat het ineens weer dondert.
Zonder waarschuwing. Zonder logica.
Tranen in de supermarkt.
Een brok in je keel in een vergadering.
Een steek in je borst op een zonnige dinsdagmiddag.
Een uitroep van pijn in de auto. WAAROM?!
Soms sluimerend. Soms vernietigend.
Rouw is niet altijd rauw. Soms is het een zachte rimpel in je dag.
Een ondertoon, een lichte schaduw.
Maar het kan zich ook plotseling ontvouwen tot een storm.
Zonder dat je wist dat hij eraan kwam.
De feestdagen. Je verjaardag. Een lege stoel aan tafel.
Of zomaar iets kleins, een handgebaar, een parfum, een stem die lijkt.
En ineens ben je weer daar.
In het gemis. In het niet-weten. In het was-het-maar-anders-geweest.
Het is niet alleen het verdriet om wie je mist.
Het is ook alles wat had kunnen zijn.
De gesprekken die je nooit meer voert.
De verjaardagen die je niet meer viert.
De lach je je nooit meer hoort.
De liefdevolle knuffel die je nooit meer krijgt.
Je toekomst die herschreven werd zonder dat jij daarom vroeg.
Wat is ‘verwerken’ eigenlijk?
Rouwverwerking is geen route met een eindpunt. Een rouwproces is geen pad dat je kunt volgen met een duidelijke begin- en eindpunt.
Het is geen loslaten zoals mensen vaak denken. Geen accepteren en dan doorgaan.
Het is anders leren vasthouden. Het is transformatie. Het is de liefde voelen en leren vertrouwen dat dit voor jou een bron van enorme kracht kan zijn. Dat de liefde die er was niet verdwenen is en dat je het kan alleen, dat je het redt.
Een plek vinden in jezelf waar het verlies mag bestaan, zonder je te overspoelen.
Maar soms doet het dat toch.
Er zijn dagen dat het lukt.
En er zijn dagen waarop je zelfs moeite hebt met ademhalen.
Na verloop van tijd verstikt het niet meer zoals in het begin.
Maar het schuurt. Het snijdt. Het doet pijn.
En het laat je voelen hoe diep liefde kan blijven bestaan, juist in wat er niet meer is.
Dus hoe lang duurt rouw écht?
Zolang als het duurt.
Zolang jij nodig hebt.
Zolang de liefde duurt, misschien wel een leven lang.
Sommige mensen vinden na een paar maanden een nieuw evenwicht.
Anderen ontdekken pas na jaren hoe diep het verlies werkelijk snijdt.
Beide zijn waar. Beide zijn goed.
Rouw is geen wedstrijd.
Er is geen tijdlijn.
Geen ‘goed’ of ‘fout’.
Wat telt, is dat je ruimte maakt voor jouw tempo.
Dat je jezelf toestaat om te voelen.
Om te schreeuwen als het moet.
Te huilen als het niet anders kan.
Of gewoon stil te zijn, als woorden ontbreken.
Laat je niks wijsmaken.
Je bent niet zwak omdat je nog rouwt.
Je bent niet ‘achtergebleven’ omdat het je nog raakt.
Je bent niet stuk.
Je bent mens.
Een mens die heeft liefgehad en nog steeds liefheeft.
Want rouw ís liefde.
Liefde die nu geen kant meer op kan.
Die zich vastklampt aan wat ooit was en langzaam leert bestaan in wat er nu is.
Wil je praten over jouw rouw?
Of die van je kind?
In mijn praktijk is ruimte voor wat blijft en voor wat soms ineens weer komt.
➤ Lees hier meer over begeleiding bij verlies.